Wat zijn betrekkelijke voornaamwoorden?

Dat zijn woorden zoals who, which, that, (whose, whom). In deze uitleg gaan we who, which, that en whose bespreken.


"Who" en "which
zijn woorden die terugwijzen naar een voorafgaand zinsdeel. Zoals je 
in het Nederlands zegt ‘de jongen die’ of ‘het huis dat', gebruik je in het Engels "who" en "which". 


Bijvoorbeeld

  1. He is the man who gave us the key.          Hij is de man die ons de sleutel gaf.
  2. The number which they gave you is old.   Het nummer dat ze je gaven is oud.

 

Belangrijk!

  1. Who gebruik je als je verwijst naar een voorafgaand persoon/personen.
  2. Which gebruik je als je verwijst naar een voorafgaand ding/dingen.

Wanneer gebruik je "that"?


"That
gebruik je in plaats van "who" en "which" in zinnen waar geen komma staat voor "who" of "which".

Als er informatie in de zin staat die niet belangrijk is voor de betekenis van de zin dan mag je "that" niet gebruiken. In dat soort zinnen staat de extra informatie tussen komma's en direct na de eerste komma staat who of which. 


Bijvoorbeeld

  1. Tom, who dislikes parties very much, is my best friend.                       Tom, die helemaal niet van feestjes houdt, is mijn beste vriend.
  2. That dog, which has ruined our garden, belongs to the neighbours.    Die hond, die onze tuin verwoestte, is van onze buren.

Dit betekent ook dat je in een zin zonder komma's wel "who" en "which" kan vervangen met "that".


Bijvoorbeeld

  1. Tom is a friend who dislikes parties.                       Tom is een vriend die niet van feestjes houdt.
    Tom is a friend that dislikes parties.

  2. That is the dog which has ruined our garden.         Dat is de hond die onze tuin verwoest heeft.
    That is the dog that has ruined our garden. 

Wanneer gebruik je "whose" ?


"Whose" is de bezittelijke vorm van "who". 

Voor bezit wordt in het Nederlands 'van wie', 'wiens' of 'wier' gebruikt voor mensen en 'waarvan' voor dingen. 
In het Engels gebruik je voor beide "whose". 


Bijvoorbeeld

  1. She is the woman whose car was stolen. 
    Zij is de vrouw wiens auto werd gestolen.

  2. Mrs. Thompson, whose paintings I admire, recently opened an exhibition. 
    Mevr. Thompson, wier schilderijen ik bewonder, heeft onlangs een tentoonstelling geopend.

Opdracht: who, which, that, whose

Beantwoord de vragen in een Word document en lever in via Magister Elo-opdrachten.

  1. Wat zijn betrekkelijke voornaamwoorden?
  2. Waarvoor gebruik je ze?
  3. Welke gebruik je bij mensen en huisdieren?
  4. Welke gebruik je bij dingen en dieren?
  5. Wanneer gebruik je "that" in plaats van who en which?
  6. Van welke van de volgende woorden (who/ which/ that/ whose) is whose de bezittelijke vorm?
  7. Gebruik je whose voor mensen of dingen?

Supplementary Stuff



Bekijk de video!

Bekijk de video!

Bekijk de video!

Bekijk de video!

Bekijk de video!

Bekijk de video!